CORNELIUS ONNO JELLEMA-DICHTER - Alles van het Marnegebied

Ga naar de inhoud
Cornelius Onno Jellema, geboren: 09-09-1936 te Groningen, overleden: 19-03-2003 te Leens.
Hij was dichter, essayist en germanist. Cor Jellema studeerde theologie en Germanistiek en was van 1967 tot 1988 docent voor nieuwere Duitse letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Jellema is een van de  meest indrukwekkende dichters van het Nederlandse taalgebied.

In november 1989, verruilt hij de stad Groningen voor het Goninger platteland; hij woonde de laatste 15 jaar van zijn leven op het landgoed Oosterhouw in Leens. Ruim dertien jaar zal hij daar samen met Klaas Noordhuis wonen; gelukkige, harmonieuze en zeer productieve jaren. Oogstjaren, in zijn terminologie. In 1992 verschenen zijn  verzamelde gedichten onder de titel Gedichten, oden, sonnetten. In zij  gedichten springen de gedachte, de bezinning en het beeld het meest in het oog, maar ook het oor komt niets tekort. Cor Jellema stamt uit een geslacht van Friese en Groningse boeren en predikanten. Hij was de oudste van drie zoons, die werden geboren uit het huwelijk van ds. Otto Samuel Jellema en Eetje Aaffiena Barlagen. Toen hij werd geboren, was zijn vader predikant te Beilen; daarna in Hoogland.
Hij groeide op in een tolerant, cultureel gezin.

Jellema's laatste bundel, Stemtest, bevat een gedicht waarin hij zijn "denkende ik" bijna bestraffend toespreekt.
Het heet 'Zomernacht'
Doe nu eens even die gedachten dicht van je.
Denk nu eens liever niet na over morgen.
Kijk niet steeds weer die bosrand van gisteren
na, bramenplukker die je bent zoals vroeger
maar nu. Maak even geen onderscheid tussen
een wie en hoezo en de kans op anders.

Doe in je hoofd uit de lamp, hoor wat er is,
ademt en ritselt, kwaakt in de kikkers.
Leef met je lichaam van nachtwind de koelte.
Geeuw je een gat in je hart en proef het
zo rood als sap van bramen. Wees langzaam
door vogels gezongen het wordende licht.

Anderhalve  week na het verschijnen van zijn bundel Stemtest, in de vroege ochtend  van 19 maart 2003, overlijdt C.O. Jellema.
Hij is dan zesenzestig jaar. Maandag 23 maart wordt hij begraven op de plek die hij zelf uitkoos: de wierde van Saaksum, de begraafplaats naast het kerkje. De zon schijnt, de hemel is blauw. Hij is terug in het land, het 'Hoge Land', van zijn voorvaderen. Op de grafsteen deze woorden van zijn hand: 'en wij zijn hier om het te noemen tot wij niet meer zijn'.

Kunstwerk
In  Leens is door kunstenares Anne Hilderink, uit Kloosterburen een kunstwerk in natuursteen ontworpen voor een looppad langs de Petruskerk aan de Zuster A. Westerhofstraat. Het kunstwerk bestaat uit een tweetal trappen gemaakt uit zacht-rode Bremer zandsteen, met op de trapstenen de tekst van een tweetal gedichten (het waait er altijd en zomernacht) van C.O. Jellema. De steen rond de letters van de teksten is weggehakt, de tekst ligt bovenóp de treden, waardoor je als het ware lopend over het pad in direct contact komt met het gedicht; halverwege het pad, in de buitenmuur van een schuurtje tussen de twee gedichten-trappen, is een gedenksteen aangebracht.

   

Hieronder nog een gedicht van C. O. Jellema, het gaat over de Groninger koeienras de Blaarkop
Ontmoeting met een blaarkop
Je vindt me vreemd, eng haast, blijkt uit je blik,
met zo’n geboortemasker, wit, en ogen
zo zwart omrand die jou enkel gedogen,
denk je, op afstand, want ik merk jouw schrik

als je je hand uitsteekt en kopschuw ik
terugdeins zelf – voor wat, voor een te hoge
verwachting? die, bij voorbaat al bedrogen,
maakt dat, uit schaamte wijs, ik weeg en wik.

Maar vaak, ontwaakt in ochtendschitterdauw
- ze slapen nog, de anderen, gewonen -,
mijmer ik hoe me niet meer te verschonen

voor dat ik zo ben, me lijk te verbergen,
prins van Sneeuwwitje en haar zeven dwergen -
wat niemand aan me ziet vertel ik jou.


C.O. Jellema uit: Verzameld werk, gedichten. Querido


Copyright 2003 ◄ MARNEGEBIED ► All Rights Reserved
© 2003 - 2024 Created by BenesWebDesign
Terug naar de inhoud