Diederik Sonoy, watergeus in Pieterburen, aanvoerder der watergeuzen en gouverneur van Noord-Holland. Diederik Sonoy (Snoey), geboren in Calcar hertogdom Kleef in 1529, overleden op Dijksterhuis bij Pieterburen op 2 juni 1597. Kleefs edelman, calvinistisch krijgsman, bevelhebber van de watergeuzen en gouverneur van Noord-Holland. Diederick Sonoy kiest op jonge leeftijd voor het Protestantisme. Hij tekent in 1566 het Verbond der Edelen, het Compromis, en weigert in 1567 de eed van trouw aan de koning van Spanje af te leggen.
Het Compromis, het begin van de Opstand
In januari 1566 sluit een aantal protestantse edelen een verbond, het Compromis, met als doel: opheffing van de inquisitie en verzachting van de plakkaten. Lodewijk van Nassau en Hendrik van Brederode tekenen als eerste twee. Zelfs katholieke edelen sluiten zich aan, in totaal zo'n 300 edelen. In augustus 1566, kort na het begin van de Beeldenstorm, sluit het Compromis een akkoord met Margaretha van Parma, de landvoogdes.
Na het akkoord kunnen de calvinisten op verschillende plaatsen hun godsdienst beoefenen. Ze leggen hun wapens neer. In 1567 stuurt de Spaanse koning, ondanks protesten van Margaretha, de wrede hertog van Alva naar de Nederlanden. Alle 'onruststokers' in de Nederlanden krijgen straf. Verschillende edelen onder wie de Prins van Oranje en Hendrik van Brederode, de Grote Geus, worden opgeroepen voor de Raad van Beroerten, al snel bekend als de Bloedraad, te verschijnen. De onderdrukking door Alva doet een aantal edelen besluiten een nieuw Compromis te sluiten. In januari 1568 ondertekent Sonoy met Hendrik van Brederode en zeven andere edelen een tweede Compromis om de Spanjaarden in Nederland met geweld te bestrijden. Maar na de dood van Brederode, nog datzelfde jaar, lijkt ook dit Compromis een stille dood te sterven.
Diederik Sonoy was in 1572 door Willem van Oranje tot gouverneur van West-Friesland benoemd. Dat betekende dat hij de verdediging van het Noorderkwartier tegen de Spanjaarden moest organiseren. Het benodigde geld diende door de steden te worden opgebracht; het platteland moest kerkklokken leveren die tot kanonnen werden omgesmolten. Nadat de Spanjaarden na zware verliezen Haarlem innemen, trekken ze op naar Alkmaar. De geuzen onder leiding van Diederik Sonoy zetten het land in de omgeving van Alkmaar onder water. Het beleg van Alkmaar, in 1573, wordt een mislukking voor de Spanjaarden. In Alkmaar begint de victorie, zeggen mensen vandaag de dag nog.
Het Compromis, het begin van de Opstand
In januari 1566 sluit een aantal protestantse edelen een verbond, het Compromis, met als doel: opheffing van de inquisitie en verzachting van de plakkaten. Lodewijk van Nassau en Hendrik van Brederode tekenen als eerste twee. Zelfs katholieke edelen sluiten zich aan, in totaal zo'n 300 edelen. In augustus 1566, kort na het begin van de Beeldenstorm, sluit het Compromis een akkoord met Margaretha van Parma, de landvoogdes.
Na het akkoord kunnen de calvinisten op verschillende plaatsen hun godsdienst beoefenen. Ze leggen hun wapens neer. In 1567 stuurt de Spaanse koning, ondanks protesten van Margaretha, de wrede hertog van Alva naar de Nederlanden. Alle 'onruststokers' in de Nederlanden krijgen straf. Verschillende edelen onder wie de Prins van Oranje en Hendrik van Brederode, de Grote Geus, worden opgeroepen voor de Raad van Beroerten, al snel bekend als de Bloedraad, te verschijnen. De onderdrukking door Alva doet een aantal edelen besluiten een nieuw Compromis te sluiten. In januari 1568 ondertekent Sonoy met Hendrik van Brederode en zeven andere edelen een tweede Compromis om de Spanjaarden in Nederland met geweld te bestrijden. Maar na de dood van Brederode, nog datzelfde jaar, lijkt ook dit Compromis een stille dood te sterven.
Diederik Sonoy was in 1572 door Willem van Oranje tot gouverneur van West-Friesland benoemd. Dat betekende dat hij de verdediging van het Noorderkwartier tegen de Spanjaarden moest organiseren. Het benodigde geld diende door de steden te worden opgebracht; het platteland moest kerkklokken leveren die tot kanonnen werden omgesmolten. Nadat de Spanjaarden na zware verliezen Haarlem innemen, trekken ze op naar Alkmaar. De geuzen onder leiding van Diederik Sonoy zetten het land in de omgeving van Alkmaar onder water. Het beleg van Alkmaar, in 1573, wordt een mislukking voor de Spanjaarden. In Alkmaar begint de victorie, zeggen mensen vandaag de dag nog.
Isaac Oliver (ca. 1560/65-1617), een in Frankrijk geboren en tot Engelsman genaturaliseerde schilder, heeft hier de beruchte geuzenleider Diederik Sonoy (1529-1597) geportretteerd. Deze door Willem de Zwijger aangestelde gouverneur van het Noorderkwartier (West-Friesland), die aanvankelijk de Spanjaarden diende, voerde een waar schrikbewind tegen katholieken. Zo hing hij als vergelding voor gruweldaden van de Spanjaarden vijf minderbroeders op. In augustus 1588 werd Sonoy eervol ontslagen nadat hij zich had overgegeven aan Prins Maurits, die hij weigerde te dienen. Hij vertrok hierop naar Engeland, waar deze miniatuur van hem geschilderd werd.
Diederick Sonoy staat bekend als een dappere, maar ook zeer wrede strijder. Ook de Hollanders zijn Spaans benauwd voor zijn harde hand. Verdachten worden gemarteld om te ontdekken wie Spaanse sympathieën koestert. Van het klooster in Egmond laat hij daken en goten slopen om er kogels en kanonnen van te gieten. In Oterleek, Noord-Holland, gaan huizen in vlammen op, omdat de bewoners de Spanjaarden hebben geholpen. Sonoy moet het veld ruimen wanneer hij tegenstander wordt van prins Maurits, de zoon van Willem van Oranje. De Staten van Holland geven hem op zijn eigen verzoek (eervol) ontslag. Sonoy eist veel geld, maar die wordt niet zonder meer ingewilligd.
Zijn vriendschap met de Engelse graaf van Leicester, die in de Nederlanden enige tijd landvoogd was, geeft hem ingang bij Elisabeth I van Engeland. Zij weet de Staten van Holland zo ver te krijgen, dat Sonoy een behoorlijke som geld krijgt. Ook wordt hem een jaarlijks pensioen toegekend, dat bij zijn overlijden aan zijn dochter Emmerantia overgaat. De dochter is in 1582 gehuwd met Luiert Manninga, heer van Dijksterhuis.
Sonoy heeft een reeks vestigingen aangelegd zoals Bourtange (1579) en Coevorden (1580).
Op de grens tussen Groningen en Emsland van Nederland en Duitsland. Willem van Oranje geeft zijn latere gouverneur Diederik Sonoy opdracht de vesting Bourtange te bouwen. De vesting ligt op de smalle doorgang tussen twee enorme moerassen die Nederland en Duitsland scheiden. Willem van Oranje wil zo een belangrijke aanvoerroute van de Hertog van Alva, tussen Lingen en Groningen, afsnijden. Later bewijst de vesting zijn waarde toen de bisschop van Münster, Bommen Berend, de Republiek bedreigde.
Enkele jaren later verhuisde hij naar het Oostfriese Norden, maar nadat Groningen door het Staatse leger was veroverd, ging hij op de borg Dijksterhuis in Pieterburen wonen. Dat Dirk Sonoy zijn laatste jaren op Dijksterhuis sleet was geen toeval: het huis Dijksterhuis of Ten Dijke behoorde toe aan zijn schoonzoon Luert Manninga. Halverwege de zestiende eeuw was de Pieterbuurster borg in handen gekomen van Hayo Manninga, een hervormingsgezinde jonker die uit Oost-Friesland afkomstig was.
In het jaar 1585, hetzelfde jaar waarin Sonoys enige dochter Emerentiana met Luert Manninga was getrouwd, was ook Dirk Sonoy zelf een (tweede) huwelijk aangegaan met een vrouw uit Groningerland: Johanna de Mepsche, dochter van Roelof de Mepsche (van Meyma te Rasquert) en Ode Tamminga.
In het begin van de zestiende eeuw werd hij opgevolgd door zijn zoon Luurt. Door het huwelijk van diens oudste dochter, Ditmera, met Hayo Manninga, kwam het huis aan het geslacht Manninga.
In het begin van de zestiende eeuw werd hij opgevolgd door zijn zoon Luurt. Door het huwelijk van diens oudste dochter, Ditmera, met Hayo Manninga, kwam het huis aan het geslacht Manninga.
Door allerlei omstandigheden kwam in 1587 ook het Dijksterhuis, de heerlijkheid van Hayo Manninga onder de hamer. De schuldeisers zagen van hun voorgenomen verkoop af omdat het huis niet genoeg
opbracht, zo bleef Hayo Manninga eigenaar van het huis. Kort daarop moet hij gestorven zijn.
opbracht, zo bleef Hayo Manninga eigenaar van het huis. Kort daarop moet hij gestorven zijn.
Hij werd opgevolgd door zijn zoon Luurt Manninga, gehuwd met Emmerentiana Sonoy en evenals zijn vader een trouw aanhanger van de Staatsche Party. Ook moet nog even vermeld worden dat Diederik Sonoy, gewezen gouveneur van Hollands Noorderkwartier, die van 1594 tot aan zijn dood in 1597 als gast van zijn schoonzoon Dijksterhuis bewoonde. Moegestreden sleet hij daar de laatste jaren van zijn leven, waaraan een beroerte een einde maakte. In juni 1597 wordt Diederick Sonoy op plechtige wijze begraven in de grafkelder van de kerk van Pieterburen in aanwezigheid van stadhouder Willem Lodewijk van Nassau. In het koor hangt aan de noordermuur het rouwbord (links) van Sonoy en zijn eerste vrouw. Nadat kort na 1600 Luurt Manninga overleed, kwam zijn weduwe Emmerentiana Sonoy in het bezit van de borg Dijksterhuis. Zij hertrouwde met Tammo Coenders en bewoonde na diens dood Dijksterhuis tot haar overlijden in het jaar 1625. Zij werd opgevolgd door haar zoon Hayo Unico Manninga gehuwd met Harmanna Sickinghe, hij is in 1652 overleden te Pieterburen. Diederik Sonoy is begraven in de kerk te Pieterburen, waar een rouwbord aan hem herinnert.
Sonoy's familiewapen
In zilver drie mispelbloemen van zwart, geknopt en gepunt van goud.
In zilver drie mispelbloemen van zwart, geknopt en gepunt van goud.