Borgen Marnegebied - Alles van het MARNEGEBIED

Zoeken
Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Borgen Marnegebied

Historie - 2

Marnegebied - Borgen in het Marnegebied

Van ongeveer 50 voormalige kleine borgen en steenhuizen in de provincie Groningen is op grond van de beschikbare historische bronnen slechts weinig bekend. Enkele daarvan hebben in het Marnegebied gestaan.

Bocum
In 1573 is er sprake van een steenhuis ten noorden van Kloosterburen. Op kaarten uit het begin van de 18e eeuw staat de oude boerderij waar het steenhuis gestaan zal hebben, nog aangegeven. Na de storm van 1717 werd de boerderij buitengedijkt.

Ewer
Vermoedelijk heeft er langs het Reitdiep tussen Zuurdijk en Houwerzijl een steenhuis gestaan in de buurt van de boerderijen op de wierde van Ewer

Rondenborg
Langs de weg door Zuurdijk op de kruising met de weg naar de boerderijen Castor en Pollux bevond zich tot de negentiende eeuw een ringwal met daarin een hoogte. Op het terrein zijn resten van kloosterstenen en tufsteen gevonden. Dat wijst op het bestaan van een stinswier, mogelijk uit de twaalfde eeuw.

Ter Borgh, later ook Gaijckingaborg
Ter Borgh lag op een strategisch punt, bij de overgang over 't Reitdiep bij Roodehaan, van ouds de verbinding tussen het Westerkwartier en de Marne. En tevens een geschikt punt om de verbinding van Groningen met zee langs het Reitdiep onder controle te houden. In de strijd om de stad Groningen in de 80-jarige oorlog werd de borg in 1593 door troepen van graaf Willem Lodewijk ingenomen en werd er een schans bij de borg gemaakt om de toevoer naar de stad af te kunnen sluiten.
Ook bij de belegering van Groningen in 1672 werd het Reitdiep en de overgang bij Roodehaan streng bewaakt om de vijand te beletten de stad te omsingelen. Op de kaart van Coenders staat dat aardig getekend en Ter Borgh lijkt daar een heel gebouwencomplex te zijn.
In het begin der 18e eeuw is de borg waarschijnlijk gesloopt.
Het bos dat er bij hoorde is omstreeks 1818 gekapt, en de grachten gedempt. De boerderij "het oude Bosch" staat dicht bij het borgterrein en is gebouwd in 1789. Het oude schathuis van de borg zal toen afgebroken zijn.
Reeds in 1280 sneuvelt een Schelto van Warfhuizen, een edelman in de strijd om het redgerrecht.
De naam Schelto ter Borgh komt later herhaaldelijk voor, zodat zeer waarschijnlijk de Schelto van 1280 de voorvader was en reeds op de borg, die toen natuurlijk nog steeds een steenhuis was, woonde.
In 1484 kwam de borg door het huwelijk van Euca ter Borgh met Ludeke Clant aan het geslacht Clant, en in 1548 door het huwelijk van de kleindochter Euca Clant met Allert Gaijckinga aan het geslacht Gaijckinga.

Panser
Panser is een gehucht in de gemeente De Marne in de provincie Groningen. Het ligt tussen Zoutkamp en Vierhuizen. Het bestaat uit een tweetal boerderijen. Panser is zeer waarschijnlijk de oudste bewoonde plaats in De Marne. Bij onderzoek aan de wierde ter plaatse zijn scherven gevonden die gedateerd konden worden op de zesde eeuw voor christus.
Ter plaatse heeft de borg Panser gestaan. De borg, genoemd naar de familie Panser.
Eertijds werd deze borg in het begin van de 80-jarige oorlog bewoond werd door Joachim Panser. Die was nauw betrokken bij de strijd en beleefde daardoor moeilijke tijden. In de tweede helft van de 17e eeuw moet de borg afgebroken zijn. Een wat geheimzinnige sfeer is om Panser blijven hangen. Zo rijdt er, volgens een overlevering, in de oudejaarsnacht tussen twaalf en één een ruiter…
Op het voormalige borgterrein staat nu een boerderij.

Tammingaborg
De naam Tamminga komt te Hornhuizen het eerst voor in 1343 en 1344. In die jaren worden overeenkomsten gesloten over het eiland Korenzand of Hefzand. Daarin worden met name genoemd, de al gestorven Jarrig, zijn zoon Liudolph of Liudo Tamminga en Anteko Tamminga.
In hoeverre Abel en Hidde Tamminga, die in het begin van de 15e eeuw genoemd worden, van hem afstammen is niet bekend.
Abel verkreeg Tammingehuis te Hornhuizen met de innerhof, het voorheem, redgerrecht, dijkrecht, 'kerckwegen', kerkstoelen en alle rechten van het huis en heerd.
Wat Hiddeke verkreeg wordt niet vermeld, hij trouwde met Menneke van Ewsum en nam haar naam (Van Ewsma) aan.

Tammingaborg werd in 1797 te koop aangeboden. Koper werd in 1798 Jan Carel Ferdinand van In- en Kniphuisen, die in 1802 'de aangename buitenplaats' te koop aanbood.
Kopers werden H.E. Noordhuis en anderen voor 4800 gulden. Het huis werd afgebroken, in verschillende etappes waarschijnlijk. In 1809 werd werd de eigendom van de onder beklemming verhuurde borgstede binnen de gracht te koop aangeboden. In 1811 kwam deze met staande redgerrecht, recht van jacht en visserij in het bezit van P. Durleu op Bellingeweer. De borgstede was in 1848 een boomkwekerij. Het schathuis is veel later afgebroken.

Oosterhuizen
In 1598 is Oosterhuysen genoemd als heerd. In 1681 heeft de heerd de status van borg gekregen.
Vanaf 1606 probeert de roomse familie Pathuis de naam te wijzigen in Pathuisborg.
In 1642 omvat de heerd 90 jukken met redger-rechten, stoelen in de kerk e.d. .
In 1740 is deze op afbraak verkocht, maar het schathuis is blijven staan tot in ieder geval 1745.
Anna van Oosterhuizen is de eerst bekende bewoonster, moeder vanAlbert Tjarda van Starkenborgh.
In 1606 komt de heerd in roomse handen bij de familie Pathuis, waardoor de naam Pathuisheem of Pathuisborg ontstaat. De bewonerer is echter steeds een meier. In 1642 wordt de heerd overgedragen aan Aepko Tjarda van Starkenborgh. In 1681 verkoopt Bernhard de Sighers de borg met 53 jukken. In 1681 komt de borg weer aan de familie Pathuis door publieke verkoop, maar zonder de redgersrechten vanwege de roomse achtergronden van de familie. In 1710 koopt Willem Alberda van Dijksterhuis de borg rnet de rechten.
Gerhard Alberda, de zoon van Willem, laat de borg in 1740 verkopen en afbreken.
Er staan nu nog een paar boerderijen waarvan een de naam Oosterhuizen draagt.

Herathema
Eerste vermelding van de naam is in 1371.
In de strijd tussen de Schieringers en de Vetkopers, een strijd in de vijftiende eeuw om de macht op het Groninger Hogeland, komt de borg Herathema voor. Het belangrijke steenhuis ten noorden van Eenrum, de borg van de adellijke familie Herathema, werd in 1415 door de stad Groningen, de Vetkopers, geplunderd en deels verwoest.
Rond 1450 worden de rechten onder de erven Herathema verdeeld en in 1456 worden alle bezittingen en rechten verkocht aan de stad Groningen. Het steenhuis is voor 1526 afgebroken en de heerd wordt verhuurd. In 1822 wordt de heerd door de stad verkocht. In 1968 wordt de boerderij afgebroken en worden de fundamenten van het steenhuis ontdekt. De plek waar de borg Herathema heeft gestaan is nu met bomen beplant, de gracht is nog intact. Leden van het geslacht Heratama woonden er vanaf in ieder geval van 1371 tot 1456.

Borgweer
Het huis te Wehe heette ook wel Borgweer of Starkenborgh en dateert waarschijnlijk van rond 1600 als nieuw huis na dat van de Onsta's en had oude heerlijke rechten. In 1679 wordt het huis voor het eerst met de naam Borgweer aangeduid.
In de 19e eeuw heet het Starkenborgh.  

Ludolf van Starkenborgh is in 1650 bewoner met zijn vrouw Anna catharina de Mepsche.
In 1691 erft hun zoon Coppen de borg die gehuwd was met zijn eigen nicht Hiddina Anna Tjarda van Staerkenborgh. Tot de afbraak in 1832 bleef het huis in de familie. In 1832 werd Borgweer afgebroken, maar de bijgebouwen, singels, bossen en tuinen bleven voorlopig intact. Aan het begin van de oprijlaan werd een nieuwe woning gebouwd, Weerborg genoemd.
Het terrein van Borgweer is nog te herkennen aan de grachten, een deel van de oprijlaan met aan weerszijden bosjes en bijna dichtgegroeide sloten is eveneens nog aanwezig.

Panser
Waarschijnlijk heeft er voor 1500 een heerd Panser bestaan.
In 1581 is de Spaanse bezetting door geuzen uitgerookt, waarbij het schathuis opgebrand is.
Het huis was in ieder geval rond 1600 een complete borg.
Luer Panser is in 1540 rechter in Vierhuizen en dus waarschijnlijk de bewoner van een huis Panser. Na hem komen Jochem en Sicco Panser. Diens erven verkopen de borg aan een van de erfgenamen, Anna Lewe.
Haar zoon Evert Lewe en diens zoon Abel Coenders Lewe erven het huis.
Van 1713 tot 1718 is Melis Sikkes huurder en later eigenaar.
De borg Panser, het huis en bijgebouwen zijn destijds in 1769 afgebroken, later is hier een nieuwe boerderij gebouwd, welke ook de naam Panser heeft gekregen. Nu staat er ook nog een boerderij genaamd Panser.
Panser is wellicht de oudste bewoonde plaats in de gemeente De Marne. Bij bodemonderzoek zijn scherven gevonden uit de 6e eeuw voor Christus.

 
Copyright 2015. All rights reserved.
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu