Dorpen in het Marnegebied - Alles van het MARNEGEBIED

Zoeken
Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Dorpen in het Marnegebied

Dorpen

Marnegebied - Dorpen en gehuchten in het Marnegebied

Bokum

Bokum is een gehucht in de gemeente De Marne. Het ligt ten noorden van Kloosterburen aan de voet van een oude zeedijk. Tegenwoordig bestaat het uit twee boerderijen: Oud-Bokum en Nieuw Bokum. In het verleden heeft bij Bokum een steenhuis gestaan. Het geslacht dat daar woonde wordt voor het eerst genoemd in 1462 als Bokema. Wanneer dat steenhuis is verdwenen is onbekend, de laatste vermelding dateert van 1615. Ter plaatse is nadien een boerderij gebouwd, welke echter verdwenen is bij de watersnoodramp van kerst 1717. Na de ramp werd de dijk iets verder naar het zuiden gelegd, en werd de boerderij, de huidige boerderij Oud Bokum, ten zuiden van de dijk herbouwd.

Broek
Broek (Gronings: Brouk) is een gehucht in de gemeente De Marne. Broek is gelegen aan de weg van Eenrum naar Kloosterburen. Vanuit Broek loopt ook een weg naar Pieterburen. Broek is de naamgever van het kanaal het Broekstermaar, waarover de brug (of til) de Broekstertil is gelegen. Op oude kaarten komt de naam incidenteel ook voor als Lutjebroek (lutje = klein). De plaatsnaam Broek duidt op drassig land.

Den Andel
Den Andel (Gronings: Naandel) is een dorp in de gemeente Winsum in de provincie Groningen. Het is het meest noordelijke dorp van de gemeente, tot de herindeling van 1990 hoorde het tot de voormalige gemeente Baflo. Den Andel heeft bijna 500 inwoners. Den Andel wordt al genoemd in de 9e eeuw wanneer een graaf Dirk land in 'Antlida' aan het klooster van Fulda schenkt. In de 12e eeuw heet het dorp 'Andledon'. Hier werd de oude zeedijk gelegd. De kerk van Den Andel dateert uit de dertiende eeuw. Het is een zaalkerkje met een losstaande klokkenstoel uit de veertiende eeuw. Het heeft een Van Oeckelen orgel uit 1879. In het dorp staat een koren- en pelmolen uit 1875, De Jonge Hendrik. De molen is tot 1998 op vrijwillige basis in bedrijf geweest en is dat sinds kort na afronding van de restauratie weer. Met de molen is tot in de jaren '80 nog gerst tot gort gepeld. Even buiten het dorp, aan de weg naar Westernieland ligt het kleinste natuurgebied van de provincie Groningen. Het is een restant van de oude zeedijk. Deze oude dijk kon tijdens de Kerstvloed van 1717 het water niet keren, met als gevolg duizenden doden. Na die ramp werd een nieuwe dijk gebouwd welke een stuk noordelijker kwam te liggen. Bij het aanleggen van de nieuwe dijk werd ook de grond van de oude dijk gebruikt. Van de oude dijk resteert nu alleen dit laatste restje bij Den Andel.

Douwen
Douwen is een gehucht in de gemeente De Marne. Het ligt tussen Leens en Wehe-den Hoorn. Het gehucht bestaat uit een aantal verspreide boerderijen gelegen tussen het Warfhuister loopdiep, het Hunsingokanaal en de weg tussen Leens en Wehe-den Hoorn. De oudste vermelding van Douwen dateert uit de veertiende eeuw als da Dowa. De betekenis hiervan is onbekend.

Eenrum
Eenrum (Gronings: Ainrom) is een wierdedorp in de gemeente De Marne. Tot 1990 was het dorp de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente. In dat jaar werd het samengevoegd met de gemeenten Leens, Ulrum en Kloosterburen tot de gemeente Ulrum, later De Marne genoemd. Eenrum ligt aan het einde van het Eenrumermaar en heeft een beschermd dorpsgezicht.

Ewer
Ewer is een gehucht in de gemeente De Marne. Het ligt tussen Houwerzijl en Zuurdijk. Het gehucht bestaat uit een aantal boerderijen en wat arbeidershuisjes. Ewer is ontstaan op een van de oudste wierden in dit deel van de provincie. Oorspronkelijk lag de wierde op de westoever van de Hunze, die toe nog uitmondde in de Waddenzee ter hoogte van waar nu Pieterburen ligt. In de vijftiende eeuw komt de naam Ewe voor als hoofdelingengeslacht. Aangenomen wordt dat er een steenhuis heeft gestaan, hoewel daar verder behoudens enkele fundamenten, geen sporen van bewaard zijn gebleven. De naam Ewer komt ook voor als Eweweer, hetgeen dan wierde van Ewe zou betekenen, warbij Ewe een eigennaam is.

Grijssloot
Grijssloot is een buurt in de gemeente De Marne. De buurt ligt iets ten noorden van Leens en bestaat uit acht huizen aan een doodlopende weg. Voor fietsers is het weggetje met een hoogholtje over de Hoornsevaart verbonden met Wehe-den Hoorn. Grijssloot ligt op een oude kwelderwal, de derde kwelderwal die zich in de middeleeuwen, waarschijnlijk in de tiende eeuw, in De Marne heeft gevormd. Op die kwelderwal werden vervolgens wierden opgeworpen. Bij vrijwel alle boerderijen in de streek zijn die nog terug te vinden. De wierden zijn betrekkelijk laag, omdat goed tweehonderd jaar na de bouw van deze wierden de eerste zeedijk gereed kwam. Daarmee verdween de behoefte om de wierden steeds verder op te hogen.

Groot Maarslag
Groot Maarslag is een gehucht in de gemeente De Marne. Het ligt tussen Schouwerzijl en Mensingeweer. Het gehucht ligt op een wierde die is opgeworpen op de oeverwal langs de vroegere loop van de Hunze. De wierde van Groot Maarslag is nog redelijk gaaf. Het is een ronde wierde, de rondweg of ossengang is nog aanwezig. Groot Maarslag heeft nooit een eigen kerk gehad. Vanaf de wierde loopt het Lijkenlaantje naar Klein Maarslag, waar de kerk overigens allang verdwenen is, maar het kerkhof nog steeds aanwezig is

Hornhuizen
Hornhuizen (Gronings: Hörnhoezen) is een dorp in de gemeente De Marne. De naam betekent: huizen in de hoek. Met deze hoek (horn) wordt de plaats aangegeven ten opzichte van Kloosterburen. Het dorp ligt in de uiterste westhoek van deze voormalige gemeente. De toren van de kerk heeft een dak in de vorm van een koepel en wordt dan ook vaak koepeltoren genoemd. Deze werd door mensen die op het wad bezig waren wel gebruikt om zich te oriënteren, in samenhang met de spitse torens van Ulrum en Leens. Bedrijvigheid is er alleen nog te vinden in de landbouw. Vroeger stond er bij het dorp een borg: de Tammingaborg, eens de sterkste borg in de Ommelanden. Deze is in het begin van de negentiende eeuw gesloopt. Alleen de naam van een boerderij in de buurt herinnert er nog aan: de Tammingaheerd.

Houwerzijl
Houwerzijl is een dorp in de gemeente De Marne. Het dorp is gegroeid rond de (niet meer bestaande) zijl. Deze spuisluis was gelegen in de Houwerzijlstervaart. De zijl is in onbruik geraakt toen de buitengeul naar het Reitdiep onder invloed van eb en vloed verzandde en men besloot het gebied van het bijbehorende zijlvest aan te sluiten op die van Schouwerzijl. Het dorp hoorde kerkelijk bij (het verdwenen) Vliedorp. Dit is ook de reden dat het oorspronkelijke kerkhof zo'n 2 km buiten het dorp lag. De begrafenissen gebeurden per boot over de Houwerzijlstervaart. Later behoorde het dorp kerkelijk bij Niekerk. Het kerkenpad naar dit dorp is nog aanwezig. De naam is waarschijnlijk afgeleid van hove, dus hoeve of boerderij. Net als trouwens de wierde De Houw bij Ulrum. De naam is dus niet, zoals veel wordt gedacht, afgeleid van die van deze wierde. De afstand is overigens te groot om dit plausibel te maken.

Kaakhorn
Kaakhorn (Gronings: Koakhörn) is een gehucht in de gemeente De Marne. Het streekje ligt direct ten noorden van Westernieland aan een doodlopende weg. De weg loopt over de voormalige oude dijk uit 1717. De naam van het gehucht verwijst naar de kaak die hier in vroegere tijden heeft gestaan. De kaak (schandpaal) stond op de horn (=hoek) van het dorp.

Kleine Huisjes
Kleine Huisjes (Gronings: Lutje Hoeskes) is een dorp in de gemeente De Marne. Het dorpje, ongeveer 1½ km ten noordoosten van Kloosterburen is in de 19e eeuw ontstaan. De huisjes werden bewoond door landarbeiders die voornamelijk werkten in de toen ontstane (kwelder)polders, de Bokumerpolder, de Ikemapolder en de Negenboerenpolder, alle ten noorden van het dorp. De bij de polders behorende boerderijen zijn: Oud Bokum, Nieuw Bokum, Ikema en Feddemaheerd.

Klein Maarslag
Klein Maarslag is een gehucht in de gemeente De Marne. Het ligt tussen Warfhuizen en Mensingeweer, en is bereikbaar via een klein weggetje vanaf de Abelstokstertil. Klein Maarslag is in het verleden een volwaardig dorp geweest. Het lag op een wierde, aan de benedenloop van De Hunze, ter plaatse nu de Kromme Raken genoemd. In het dorp stond oorspronkelijk een kerk die waarschijnlijk dateerde uit de twaalfde eeuw. De kerk is in 1811 afgebroken. De plattegrond van de kerk is op de wierde aangegeven. Het enige dat resteert van het vroegere dorp is het oude kerkhof. Vanaf het kerkhof loopt een Lijkenlaantje naar Groot Maarslag.

Kloosterburen
Kloosterburen (Gronings: Kloosterboeren) is een dorp in de gemeente De Marne. Vóór 1990 was het tevens de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente. In dat jaar is het met de gemeenten Eenrum, Leens en Ulrum samengevoegd tot de gemeente Ulrum, later De Marne. De naam verwijst naar de twee kloosters die hier vroeger hebben gestaan, Oldeklooster en Nijenklooster, beiden behorende tot de orde der Premonstratenzers.
Kloosterburen is één van de katholieke enclaves op het Hogeland dat voor de rest gereformeerd of hervormd is. Het is samen met Ter Apel de enige plaats in Groningen met een eigen carnavalsvereniging. De katholieke Sint-Willibrordkerk dateert uit 1868 en werd ontworpen door P.J.H. Cuypers. Grootgrondbezitters in de plaats waren onder meer de Feddema's, wier boerderij Feddemaheerd ligt aan de Feddemaweg in het gehucht Kleine Huisjes. Deze fraaie oude boerderij is sinds 1981 niet meer in het bezit van de familie. Het woonhuis is van 1765, de schuur van 1977. Het land van deze boerderij behoorde tot 1594 aan het Oldenklooster. Een bekende afstammeling van de familie is de Emmy-winnaar en Aziëkenner Raymond Feddema (1950-2004). De gemeente Kloosterburen bestond tot 1990 naast het hoofddorp uit de dorpen, gehuchten en buurtschappen: Hornhuizen, Kleine Huisjes, Kruisweg, Molenrij, Nijenklooster en Westerklooster.

Kruisweg
Kruisweg (Gronings: Kruusweg) is een dorpje in de gemeente De Marne. Het dorp ontstond in de negentiende eeuw als woonplaats voor arbeiders die in de nieuwe polders gingen werken. Het werd oorspronkelijk Uilennest genoemd, naar een van de grote boerderijen in de omgeving. Nest heeft in het Gronings echter een vrij negatieve betekenis. Mede daarom koos de gemeenteraad van de voormalige gemeente Kloosterburen in 1923 voor de huidige naam. De naam verwijst naar de oorspronkelijke betekenis van het woord kruisweg, namelijk kruispunt, omdat het is ontstaan op een kruispunt van wegen, namelijk waar de weg van Kloosterburen naar Hornhuizen de weg van Leens naar de kust kruist.

Lauwersoog
Lauwersoog is een dorp in de gemeente De Marne. Het is na 1969 ontstaan, na de indijking van de Lauwerszee. Lauwersoog is vooral bekend als vertrekplaats van de veerdienst naar Schiermonnikoog. Lauwersoog is een belangrijke vissershaven (lettercode: LO) en heeft een eigen visafslag. Een gedeelte van de vissersvloot van Urk heeft als thuishaven Lauwersoog. (Overigens voeren de Urkers nog altijd de lettercode UK van Urk.) Ook veel Deense vissers leggen regelmatig aan in Lauwersoog. Het dorp en de haven zijn zeer geliefd bij dagjesmensen, ook vanwege de mogelijkheden om verse vis te eten. Tot het dorp behoort ook de wijk Robbenoort, genoemd naar de zandplaten Robbenplaat en de Oort. Oort betekent ook eiland (zie Nienoord). De spuisluizen van het afstroomgebied van het Reitdiep, de Lauwerssluizen genaamd, bevinden zich ten westen van het dorp. Hier loopt de grens tussen Groningen en Friesland. In Lauwersoog is een schutsluis, de Robbengatsluis, om van het meer naar de Waddenzee te kunnen varen.

Leens
Leens (Gronings: Lains) is een plaats in de gemeente De Marne. Voor 1990 was Leens een zelfstandige gemeente, die in dat jaar werd samengevoegd met de gemeenten Ulrum, Eenrum en Kloosterburen tot de gemeente Ulrum. In 1992 wijzigde men de naam in die van de streek, "De Marne". Leens heeft een kruiskerk waarvan het oudste deel, het schip, dateert van rond 1100. Het dwarsschip en het koor dateren uit het begin van de dertiende eeuw. De oorspronkelijke toren is in 1863 vervangen, waarbij een deel van de tufstenen fundering bewaard is gebleven. De kerk heeft een orgel gemaakt door de orgelbouwer Albertus Anthoni Hinsz.

Marnehuizen
Marnehuizen is een militair oefendorp in het militair oefenterrein Marnewaard en behoort bij de Willem Lodewijk van Nassaukazerne. Marnehuizen bestaat sinds 2002 en is het grootste oefendorp van Europa. Nederland telt daarnaast nog een oefendorp op het Veluwse Infanterie Schietkamp Harskamp genaamd Oostdorp, maar met 34 huizen is dit oefendorp beduidend kleiner. Het dorp dat 14 miljoen euro kostte, telt 122 objecten, waaronder een aantal huizen, een stuk spoorweg met een station, een gemeentehuis, bank, supermarkt, tankstation, loodsen en een ondergronds rioolstelsel. Militairen kunnen in het oefendorp realistisch trainen in de technieken van het stadsvechten. Hierbij hebben ze beschikking over het SAAB-systeem. Op het wapen wordt een laser geplaatst welke reageert op de werking van de afsluiter. Vervolgens reageren de detectoren op het vest en de helm, en kan er een kill gemaakt worden of een wounded. Het dorp is sinds enige tijd niet meer voor publiek toegankelijk. Het oefenterrein is wel toegankelijk, mits er geen oefeningen verstoord worden.

Mensingeweer
Mensingeweer (Gronings: Menskeweer) is een dorp in de gemeente De Marne. Het is gelegen aan de provinciale weg (de N361) van Winsum naar Leens op het kruispunt van de weg naar Eenrum. Het dorp bezit drie bruggen, de Westerbrug in de Eenrumerweg, een hoogholtje en de Leitil aan de oostzijde van het dorp in de provinciale weg. Op de plek waar nu de Westerbrug ligt was voor 1853 een vaste dam. Dit was tevens het einde van de trekschuit vanaf Groningen. Wie verder wilde kon hier overstappen op de schuit naar Ulrum. Het is nog steeds duidelijk te zien dat het kanaal ter plekke van de brug een klein slingertje maakt – de beide kanalen (nu het Mensingeweersterloopdiep) lagen niet geheel in elkaars verlengde. De naam betekent waarschijnlijk: de weer (wierde) van Menze (= persoonsnaam). Wie dat te gewoon vindt, leest de sage van Abel Stok. Het Pieterpad loopt door het dorp. De Nederlands Hervormde Kerk heeft een Arp Schnitgerorgel en in het dorp staat een koren- en pelmolen, de Hollands Welvaart uit 1855.

Molenrij
Molenrij (Gronings: Rieg) is een dorpje in de gemeente De Marne. Het dorp is ontstaan rond enkele molens die hier stonden aan het einde van het maar, dat nu het Molenrijgstermaar heet. Van de molens is er geen over. In het begin van de jaren 90 heeft men geprobeerd weer enkele van de molens te herbouwen. De fondsen waren echter niet toereikend. Het woord rij of rijge duidt op een rij huizen. De aanduiding komt wel in meerdere Groningse plaatsnamen voor.

Niekerk
Niekerk (Gronings: Nijkerk) is een plaats in de gemeente De Marne. Het dorp is gelegen halverwege de plaatsen Zoutkamp en Ulrum. Er loopt een (voormalig) kerkenpad tussen het dorp en Houwerzijl. Het dorp, de naam betekent nieuwe kerk, heeft een kerk uit de 13e eeuw. De toren stamt echter uit 1629 en is grotendeels met geld van de Zilvervloot gebouwd.

Oudedijk
Oudedijk is een streekje in de gemeente De Marne. Het ligt direct ten noorden van Pieterburen. Het streekje staat ook wel bekend als Dijkstertocht. Iets naar het oosten ligt langs dezelfde dijk het gehucht Kaakhorn, iets naar het westen stond vroeger de borg Dijksterhuis. De dijk waarnaar het streekje genoemd is ligt inmiddels een flink eind van de Waddenzee. De dijk dateert al uit het begin van de dertiende eeuw. Ten noorden van de oude dijk zijn nadien nog twee dijken aangelegd.

Pieterburen
Pieterburen (Gronings: Paiderboeren) is een dorp gelegen in de gemeente De Marne. Pieterburen wordt voor het eerst in 1371 genoemd. In een oorkonde wordt gesproken over de parochianen van Sint Pieter in het nieuwe land. De eerste vermelding van de kerk van Pieterburen dateert uit 1448. In die tijd stond er buiten de dijk, op een zandplaat, een borg genaamd 'Huis Ten Dijke', ook wel Dijksterhuis genaamd. Deze borg heeft ongeveer 5 eeuwen lang zijn stempel gedrukt op het dorp en het dorpsleven. Huis ten Dijke in Pieterburen, was een belangrijke Groninger borg. Vermoedelijk dateerden de oudste gedeelten uit de 14e eeuw. In 1706 kreeg Willem Alberda het Huis ten Dijke. De borg bleef lange tijd in bezit van deze familie. De Alberda's verwierven veel invloed in dit gebied. Bijna twee eeuwen later overleed de laatste eigenaar, Gerhard Alberda van Menkema. De borg werd in 1903 gesloopt. Alleen de borgstee en de binnengracht bleven gespaard. De Alberda's zetten een groot stempel op het interieur van de kerk van Pieterburen.

Roodehaan
Roodehaan (Gronings: Roohoan) is een gehucht in de gemeente De Marne. Het ligt even ten zuiden van Warfhuizen aan het Reitdiep. Tot 1906 kon men hier met een pontveer het Reitdiep oversteken, sindsdien ligt er een brug met een karakteristieke brugwachterswoning. Bij het gehucht ligt een camping direct aan het Reitdiep. Vlak bij de stad Groningen ligt een ander gehucht met de naam Roodehaan.

Saaxumhuizen
Saaxumhuizen is een klein dorpje in de gemeente Winsum. Het ligt in het noordelijke gedeelte van de gemeente, zo'n 6 kilometer ten noorden van het hoofddorp Winsum. Hoewel het nog geen twintig huizen telt heeft het dorpje wel een kerk uit de dertiende eeuw. Het kerkje is in de negentiende eeuw gepleisterd, zodat de oorspronkelijke bakstenen niet meer zichtbaar zijn. Het torentje bij het kerkje is te beklimmen. De beloning is een prachtig uitzicht over het Hogeland.

Schouwerzijl
Schouwerzijl (Gronings: Schouwerziel) is een dorp in de gemeente De Marne. Het dorp is genoemd naar de zijl (spuisluis) in de Kromme Raken en de nabij gelegen wierde Schouwen. Rond de sluis is een dorp ontstaan, terwijl op de wierde waar het naar genoemd is slechts een boerderij staat. Voor ± 1850 was de sluis de afwatering van het Schouwerzijlvest dat omsteeks die tijd is opgegaan in het waterschap Hunsingo. De zijl, hoewel het geen waterstaatkundige betekenis meer heeft, is nog steeds aanwezig als monument. Naast de sluis staat het zijlhuis, de sluiswachterswoning; ook een monument. Het huis heeft een opvallende gek op de schoorsteen: een witte paling, hoewel veel mensen er een slang in zien.

Stort
Stort (Gronings: Stört) is een streekje in de gemeente De Marne. Het ligt vlak bij Leens op het punt waar het Warfhuisterloopdiep uitkomt in het Hunsingokanaal. Het Hunsingokanaal werd gegraven in 1873. De uitgegraven grond werd op het naastgelegen weiland gestort, daaraan dankt het streekje zijn naam. Op de grond werd een rijtje arbeidershuisjes gebouwd. In 1928 kwam daar nog een armenhuis bij. De inwoners van het buurtje werden in Leens dan ook wat neerbuigend behandeld.

Ulrum
Ulrum (Gronings: Ollerom) is een dorp in de gemeente de Marne. Het ligt aan de weg van Winsum naar Lauwersoog. Tot 1990 vormde het een aparte gemeente, waarna het in dat jaar werd samengevoegd met Eenrum, Leens en Kloosterburen tot een nieuwe gemeente met die naam. De naam hiervan werd in 1992 gewijzigd in die van die van het onderkwartier van Hunsingo: De Marne. Uluringhem kwam al voor in de elfde eeuw. Het was de woonplaats van de lieden van Ulurin of Ulrin. Ulrum ligt op twee wierden. Op de ene staat de romano-gotische kerk (eind twaalfde eeuw, deze is nadien enige malen vergroot) en bij de andere wierde lag de Asingaborg. Op het oorspronkelijke borgterrein werd in 1988 een park geopend. Ulrum was vroeger een welvarend dorp met veel middenstanders en kleine bedrijven. Tegenwoordig is er nog slechts bedrijvigheid op het gebied van de landbouw, en dan hoofdzakelijk akkerbouw. Het dorp Ulrum is bij velen bekend vanwege de Afscheiding in 1834. Dominee Hendrik de Cock kon zich niet verenigen met de vrijzinnige opvattingen en manier van preken in de Nederlands Hervormde kerk. Dit gaf problemen met de classis, de particuliere synode en met vele notabelen in zijn omgeving. Veel eenvoudige, ongeletterde mensen uit het dorp en de omgeving, zelfs van heinde en ver, kwamen vol interesse naar zijn preken luisteren. Na vele waarschuwingen, boetes, inkwartiering van dragonders (soldaten), schorsing en afzetting besloot hij samen met de kerkenraad om tot Afscheiding over te gaan.

Vierhuizen
Vierhuizen (Gronings: Vaaierhoezen) is een dorp in de gemeente De Marne. Het ligt pal aan de slaperdijk van de voormalige Lauwerszee en was tot 1927 een vissersdorp, net als het 2½ km zuidelijker gelegen Zoutkamp. Door de aanleg van de Kerkvoogdijpolder verloor het die betekenis. Deze polder sloot het "gat" dat bestond tussen de noordelijk gelegen Westpolder en de zuidelijke Panserpolder. De Panserpolder is overigens genoemd naar de gelijknamige borg die tot 1769 bij het dorp hoorde. Tegenwoordig is het de naam van een boerderij twee kilometer ten zuiden van het dorp. Tussen het dorp en deze boerderij is nog een kerkenpad aanwezig. Aan de rand van het dorp staat de korenmolen De Onderneming uit 1858.
De kerk van Vierhuizen heeft op 23 december 2006 tijdens een live-uitzending van de AVRO de finale gewonnen van de BankGiro Loterij Restauratie. De kijker kon telefonisch of per sms zijn stem uitbrengen. De winnaar kan het bedrag van 920.000 euro goed gebruiken. De van oorsprong tufstenen kerk stamt uit de middeleeuwen. In de loop der eeuwen heeft het gebouw veel te lijden gehad van weersinvloeden. Het dorpskerkje en het orgel moeten volledig worden opgeknapt.

Vliedorp
Vliedorp (historisch: Fledorp) is de naam van een streek even ten noorden van Houwerzijl in de gemeente De Marne. Het is ook de naam van het wierdedorp dat hier lag tot halverwege de 17e eeuw. In 1651 werd de het dorp kerkelijk verenigd met Houwerzijl, omdat het nog nauwelijks iets voorstelde. De kerk en het kerkhof bleven in gebruik. Na 1695 werd de kerk door verval niet meer gebruikt en is kort daarna afgebroken. Door een de Kerstvloed van 1717 trok de al afnemende bevolking nog sneller weg, naar het dorp Niekerk. Het kerkhof bleef echter nog tot 1868 in gebruik, zodat er de merkwaardige omstandigheid was, dat het dorp Houwerzijl zijn doden zo'n 2 km buiten het dorp begroef op een plek die alleen over de Houwerzijlstervaart per boot bereikbaar was. Het noordelijk deel van de wierde werd eind 19e eeuw afgegraven vanwege de vruchtbare grond, waardoor het noordelijk gedeelte van het kerkhof zich nu op maaiveldniveau bevindt. In 1999 werd de wierde gerenoveerd. Het wierdekerkhof in Vliedorp met 11 grafstenen is nog steeds aanwezig en wordt beheerd door Het Groninger Landschap. Na de aanleg van een fietspad in de ruilverkaveling is de plek weer over land te bezoeken.
In de volksmond heet de wierde van Vliedorp Ol Weem, ook gespeld als Olle Weem of Olweem. Weem komt van het Oudfriese wetheme en betekent kerkelijk bezit. Ol komt van old (oud).

Warfhuizen
Warfhuizen (Gronings: Waarfhoezen) is een dorp in de gemeente De Marne. Vroeger behoorde Warfhuizen tot de gemeente Leens. Warfhuizen bestaat uit twee kernen op twee wierden, een grote waarop de kerk en de eigenlijke dorpskern gelegen zijn, en een kleinere die Burum genoemd wordt. Vroeger was Warfhuizen een redelijk groot dorp met verschillende winkels en kroegen. De kerk van Warfhuizen dateert oorspronkelijk tenminste uit de dertiende eeuw. Warfhuizen heeft nog altijd een van de oudste torenklokken van Nederland. Ook zijn er nog herenbanken uit het begin van de zeventiende eeuw en een orgel dat in 1910 is opgebouwd uit registers uit de zeventiende- en achttiende eeuw. De kerk hoort tegenwoordig bij de Rooms-katholieke kluizenarij en is een druk bezocht Mariabedevaartsoord in het Bisdom Groningen-Leeuwarden. Warfhuizen had vroeger twee borgen, waarvan de Gaykingaborg de oudste was. Dit huis, dat rond 1280 werd gebouwd, raakte betrokken bij de tachtigjarige oorlog. De Gaykingaborg (ook wel eens "Huis ter borgh" genoemd), raakte vanaf 1717 in verval. Van de restanten werd in 1789 een boerderij gebouwd. De rol van de Gaykingaborg als kasteel van Warfhuizen werd overgenomen door de Lulemaborg. Deze borg werd enkele decennia vóór het verval van Gaykinga gebouwd, ze wordt het eerst vermeld in 1654. De borg was in de loop van de geschiedenis in handen van de families Lulema, Clant, van Ewsum en uiteindelijk van Asbeck. (Naar deze laatste baron is de "hoofdstraat" van Warfhuizen genoemd.) Al deze bewoners hadden gemeen dat ze, ook na de reductie, stijfkoppig Katholiek bleven. Jonker Titus van Ewsum werd zelfs aangeklaagd omdat hij een pagina uit de Heidelbergse Catechismus van één van zijn dienstboden had gescheurd. Op deze pagina werd de rooms-katholieke heilige Mis als een "vervloekte afgoderij betiteld. Jonker Titus ontsnapte alleen aan een astronomisch hoge boete door te overlijden. In het grotendeels onder het kerspel Warfhuizen ressorterende Den Hoorn (een lintdorp reeds genoemd in de 16e eeuw) was vanaf het eind van de 17e eeuw een Rooms-katholieke schuilkerk gevestigd, terwijl rond 1700 daar ook een doopsgezinde vermaning stond. Tegenwoordig is het dorp den Hoorn aan (het protestantse) Wehe is vastgegroeid. Zo is het huidige dorp Wehe-den Hoorn ontstaan.

Wehe-den Hoorn
Wehe-den Hoorn (Gronings: Wijh/'t Hörn) is een dorp in de gemeente De Marne. Het dorp bestaat uit twee delen, Wehe, rond de wierde en Den Hoorn bij het kanaal de Hoornsevaart. Niet alleen bestaat het dorp uit twee delen, deze zijn ook verschillend van geloof. Wehe is overwegend hervormd, net als het overgrote deel van het Hogeland. Den Hoorn is een katholieke enclave, en als zodanig de oudste rooms-katholieke parochie van de streek. Ze werd als schuilkerk gesticht door de jonker van de Lulemaborg te Warfhuizen, die hardnekkig weigerde de reformatie aan te nemen. De Sint-Bonifatiuskerk, de opvolger van een eenvoudige kerk in waterstaatstijl, dateert uit 1926 en werd ontworpen door Jos Cuypers en zijn zoon Pierre Cuypers jr. In tegenstelling tot de nabijgelegen Willibrordusparochie van Kloosterburen is de Hoornster parochie een diasporaparochie: bijna alle dorpen van de Marne vallen onder haar jurisdictie. Wehe-den Hoorn is ook de startplaats van de vele processies naar Onze Lieve Vrouwe van Warfhuizen. Even ten noorden van het dorp stond ooit de borg Borgweer of de Starkenborgh, de woonstede van de familie Tjarda van Starkenborgh Stachouwer. In de voormalige hervormde kerk van Wehe zijn hiervan herinneringen te vinden, zoals wapenschilden en een grafkelder. Naar een lid van deze familie is het Van Starkenborghkanaal genoemd.

Westernieland
Westernieland (Gronings: Westernijland/'t Nijland) is een dorp in de gemeente De Marne. Het oudst bekende voorkomen van de naam Westernieland ("westelijk gelegen nieuw land") dateert van 1447. In 1717 is het dorp bij de Kerstvloed weggespoeld en is het meer oostwaarts herbouwd. Even ten oosten van het dorp is nog een gedeelte te zien van de in 1717 grotendeels weggespoelde zeedijk te zien, dat in eigendom is van het Groninger Landschap. Westernieland heeft een kerk die dateert uit de 13e eeuw. In het huis naast de kerk (de Weem) is in 1944 de cabaretier Freek de Jonge geboren. Het dorp ligt aan het einde van het Westernielandstermaar.

Wierhuizen
Wierhuizen (Gronings: Waaierhoezen/'t ol Waaier) is een gehucht in de gemeente De Marne. Het ligt aan de weg van Broek naar Pieterburen. Oorspronkelijk was Wierhuizen een echt dorp. De oude naam zou We(h)rahusum geweest zijn. Die naam wijst er op dat het ging om een nederzetting in de voormalige hunzeboezen die gesticht was vanuit Wehe. Het dorp werd zwaar getroffen door de Kerstvloed van 1717. Als gevolg daarvan werd de kerk afgebroken, en de restanten gebruikt voor het herstel van de zeedijk. Van het oorspronkelijke dorp resteert eigenlijk alleen nog het kerkhof.

Zoutkamp
Zoutkamp (Gronings: Zoltkamp of Soltkamp) is een dorp in de gemeente De Marne. De inwoners hadden vroeger als bijnamen Schelleviskoppen of Vlintboksems. De naam verwijst naar zijn ligging aan de voormalige Lauwerszee (kamp = veld).
De eerste vermelding van de plaats stamt uit 1418, toen de plaats Soltcampum werd genoemd. De betekenis van de naam is mogelijk afkomstig van de winning van zout uit het zoutveen. De eerste inwoners waren waarschijnlijk soldaten, die later werden gevolgd door vissers. Rond 1580, tijdens de Tachtigjarige Oorlog lag er de militaire schans Soltecampe, gebouwd aan de monding van het Reitdiep in de Lauwerszee, als bolwerk van de Spaanse Nederlanden. In de jaren daarop werden vanuit Friesland, dat onder het bestuur stond van de latere Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, door watergeuzen plundertochten uitgevoerd in de dorpen in de buurt van Zoutkamp en werden Warfhuizen en Zuurdijk in brand gestoken. In de jaren daarop werden plannen gemaakt om de forten en verdedigingswerken in de Ommelanden te heroveren om zo de stad Groningen aan te kunnen vallen. Op 15 oktober 1589 zeilde Willem Lodewijk van Nassau met 800 man vanuit Oostmahorn naar de Soltkamp en wist deze te veroveren tijdens de Slag om de Soltkamp. De plaats bleef daarna nog eeuwenlang een militair fort. Eind 18e eeuw, tijdens de Franse tijd, werd een versterkte kustbatterij aangelegd, waardoor het bolwerk bestond uit een bastion aan de oostzijde met een batterij. In 1882 werd de militaire vesting opgeheven. De bevolking bestond lange tijd vooral uit soldaten en stond bestuurlijk gezien gedeeltelijk onder Vierhuizen en gedeeltelijk onder Houwerzijl. In 1835 werd er de eerste kerk gebouwd. In 1851 bedroeg de bevolking 660 inwoners. In 1858 werd het Hunsingokanaal gegraven en verbeterde de positie van de plaats door een verbeterde toegang voor het scheepvaartverkeer. Tot 1877 had het dorp een veerverbinding over het Reitdiep. In dat jaar werd echter het Reitdiep tussen Zoutkamp en Nittershoek afgesloten met sluizen en kreeg het dorp een verbinding met de andere zijde in de vorm van een brug. Hierdoor verminderde tevens het isolement van het dorp. De industrie was vooral gericht op de visserij, waarbij de vrouwen in de lokale fabrieken werkten. Rond het begin van de 20e eeuw bereikte de Zoutkampse economie haar hoogtepunt. Iets eerder, in 1883, vergingen 3 vissersschepen tijdens een zware storm, waarbij 9 mensen om het leven kwamen. Hiervoor werd later een monument opgericht op de dijk. Na 1920 begint de garnalenvisserij op te komen. Twee jaar later volgt een spoorlijn naar Groningen voor het vervoer van de vis. Tussen 1930 en 1933 werd een groot haventerrein aangelegd en werd een vishal gebouwd.

Zuurdijk
Zuurdijk (Gronings: Zuurdiek) is een plaats in de gemeente De Marne. Eigenlijk bestaat het uit drie kernen. Om ze van elkaar te onderscheiden worden ze officieus genummerd. Het meest westelijk ligt de eerste Zuurdijk. Dit is de grootste kern, waar de kerk (met de bekende meerman als windwijzer), het café en de molen De Zwaluw (8-kantige bovenkruier uit 1858) zich bevinden. Ongeveer een kilometer naar het oosten bevindt zich de tweede Zuurdijk, (1e Nijhoezen) een verzameling karakteristieke Groninger arbeidershuisjes. De derde Zuurdijk(2e Nijhoezen) , weer wat oostelijker, bestaat uit wederom een verzameling arbeidershuisjes, en enkele grotere boerderijen. De eerste vermelding over Zuurdijk gaat over een stormvloed in 1287 ( St. Luciavloed ?) waardoor de 'Sutherdiecke' van het gebied De Marne vernield werd. Dit veroorzaakte zoveel slachtoffers, dat samenwerking met bewoners van Asterdijk en Westerdijk nodig was om de dijk te herstellen. Er ontstond een nieuw dorp: Sutherdiecke. De naam Zuurdijk is een verbastering van Zuiderdijk(Sutherdiecke) , de (op een zandrug gelegen) dijk aan de zuidkant van het Marne-gebied. Ten zuiden van Zuurdijk liggen nog twee dijken. Allereerst de voormalige dijk van het Reitdiep. Ten zuiden hiervan bevindt zich de zogenaamde Uiterdijk. Van deze uiterdijk is in 1729 een gedeelte ingedijkt, de Oude Zuurdijkster Uiterdijkspolder. In 1805 werd een tweede gedeelte ingedijkt, de Torringapolder en ten slotte ontstond in 1819 de Nieuwe Zuurdijkster Uiterdijkspolder. De zuidelijke dijk van deze polders, de Kadijk geheten, ligt pal tegen die van het Reitdiep aan. De kerk dateert tenminste van 1287 maar er zijn aanwijzingen gevonden dat hij nog minstens 50 jaar eerder gebouwd moet zijn. De klok is van 1482. De windvaan stelt een zeemeerman voor. Ooit is er een stuk van de staart afgewaaid en nooit meer teruggevonden of -geplaatst. De zeemeerman vormt nu nog het logo van Zuurdijk. Een verdere bijzonderheid is dat er maar aan drie kanten van de toren een wijzerplaat is geplaatst. Aan de noordkant ontbreekt deze. Dit is de kant van het kerkhof. 'Daar hebben ze de tijd toch niet nodig' was de redenering. De kerk is in 2001 grondig gerestaureerd, waarbij veel authentieke elementen tevoorschijn kwamen, en bewust zichtbaar zijn gelaten. Oud-inwoners, waarvan de graven tevens op het kerkhof terug te vinden zijn: Jan Zijlma, landbouwer op Ewer, en auteur van 'De Marne, een geschiedkundige beschrijving' (Groningen, 1884), zijn broer Geuchien Zijlma, lid van de 1e en 2e kamer, en J.S. van Weerden , meester, en mede-oprichter van de Historische kring de Marne, en auteur van het boek 'Zuurdiek mien Dorpke'. Opmerkelijk feit is tevens dat Zuurdijk in de eerste helft van de 19e eeuw het rijkste dorp van Nederland was (!) , dit was te danken aan de 'dikke' boeren, die in die tijd hun gouden jaren hadden. Later in de 19e eeuw streefden de boeren in Oost-Groningen de Zuurdijkster boeren voorbij.

 
Copyright 2015. All rights reserved.
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu