Marnegebied - Katholieke enclave - Alles van het MARNEGEBIED

Zoeken
Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Marnegebied - Katholieke enclave

Historie - 2

Marnegebied - Katholieke enclave

Katholieke enclave

Hoe noordelijker je komt in ons land, hoe minder katholieken je aantreftt. De parochies Kloosterburen en Wehe-den-Hoorn in het Marnegebied, het noordelijkste puntje van provincie Groningen, zijn dan ook een kleine katholieke enclave.

Katholieken in de Marnegebied sinds 1594
.
1594 is het jaar van de Reductie, dat wil zeggen de door prins Maurits en Staten Generaal opgelegde overgang van noordnederland naar het protestantisme. Die overgang verliep in het noorden hardhandiger dan elders. Vooral in de ommelanden, het platteland rondom de stad Groningen, kon de Mis alleen nog in het diepste geheim, in een afgelegen schuur worden gevierd door een clandestien rondtrekkende priester. Toch hield een aantal rijke boeren hardnekkig vast aan hun oude geloof. Op die plaatsen verrezen in de Franse tijd, toen alle denominaties gelijk werden voor de wet, trotse Waterstaatkerken en bloeide in de 19e eeuw het rijke roomse leven op, met eigen scholen en een keur aan verenigingen en organisaties van katholieke signatuur. De katholieken zijn weer helemaal terug in Kloosterburen en Wehe-den-Hoorn. Ze zijn feitelijk nooit weg geweest.

Beschrijving van de parochies Wehe-den Hoorn en Kloosterburen.
De geschiedenis vanaf de reformatie (de reductie van Groningen), waarin de parochies centraal staan, maar ook het katholieke leven ruim aan bod komt. De katholieke kerk in het Marnegebied heeft in de afgelopen eeuwen turbulente perioden gekend. In de 17de eeuw worden katholieken vervolgd en in de 18de eeuw geleidelijk gedoogd. De 19de eeuw geeft het achtergestelde katholieke volksdeel gelijke kansen in maatschappelijk opzicht. Daarmee komt de weg vrij voor een inhaalslag. Ondanks de hervorming, die ook in Noord-Nederland plaatsvond, is in het Marnegebied een deel van de inwoners katholiek gebleven. Zij vormen een hechte groep, die dankzij de missionering hun geloof hebben weten te behouden. In 1733 wordt in Den Hoorn (bij Wehe) een katholieke kerk gebouwd. Ruim een eeuw later, in 1842, wordt ook in Kloosterburen een kerk gebouwd. Deze kerkgemeenschappen worden parochies na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853.

Kloosterburen (Gronings: Kloosterboeren)
Kloosterburen, een rooms dorp in een protestantse streek. Dat is een fenomeen dat aparte aandacht verdient. Zeker in een regio waar bovendien protestanten van gereformeerde huize vele jaren in de praktijk de 'volkskerk' vormden.
Kloosterburen is één van de katholieke enclaves op het Hogeland dat voor de rest gereformeerd of hervormd is. Het is samen met Ter Apel de enige plaats in Groningen met een eigen carnavalsvereniging.
De naam verwijst naar de twee kloosters die hier vroeger hebben gestaan, Oldeklooster en Nijenklooster, beiden behorende tot de orde der Premonstratenzers.
Maar ondanks dat alles bleef dus Kloosterburen een katholiek dorp te midden van een overwegend gereformeerde regio (waar de bakermat van de gereformeerde kerken, Ulrum, op slechts enige kilometers afstand van de katholieke enclave is gelegen…)
Waarom juist Kloosterburen katholiek bleef, daarover zijn de geleerden het niet eens.
Een voor de handliggende gedachte is, dat de eeuwenlange nabijheid van de kloosters op de mensen daar - blijkbaar - een onuitwisbare invloed heeft gehad. Van belang is ongetwijfeld ook geweest, dat enige borgheren in de buurt katholiek bleven.
De katholieke Sint-Willibrordkerk dateert uit 1868 en werd ontworpen door P.J.H. Cuypers. Grootgrondbezitters in de plaats waren onder meer de Feddema's, wier boerderij Feddemaheerd ligt aan de Feddemaweg in het dorpje Kleine Huisjes. Deze fraaie oude boerderij is sinds 1981 niet meer in het bezit van de familie. Het woonhuis is van 1765, de schuur van 1977. Het land van deze boerderij behoorde tot 1594 aan het Oldenklooster. Een bekende afstammeling van de familie is de Emmy-winnaar en Aziëkenner Raymond Feddema (1950-2004).

Katholieke kerk te Kloosterburen rond 1843


Wehe-den Hoorn  (Gronings: 't Hörn-Wij of Wij)
In het begin van de 18de eeuw waren missionarissen al weer actief in het noordelijk deel van De Zeven Provinciën. In en rond de plaatsen Wehe, Den Hoorn en Warfhuizen waren rond die tijd zo'n 100 katholieken. Voor hen werd in Den Hoorn een statie ingesteld (een statie is een plek waar geregeld missen werden opgedragen).

Met steun van de landadel in Warfhuizen werd door de missionaris Ignatius Martens in 1733 een eenvoudige kerk gebouwd in Den Hoorn, de eerste katholieke kerk sinds de Reformatie in deze provincie. Van buiten leek deze schuilkerk op een boerenschuur, vandaar de naam schuurkerk. Reeds in 1754 moest hij vergroot worden. De eerste steen voor deze verbouwing werd gelegd door twee kinderen: jonker Balthasar van Asbeck en freule Anna Maria Elisabeth Jacoba van Ewsum. Deze steen is in de Cuypers-kerk nog bewaard gebleven: hij is ingemetseld aan de binnenkant van de toren. Tijdens de Franse bezetting werd een eind gemaakt aan de hegemonie van de gereformeerde kerk en werden alle godsdiensten voor de wet gelijk. Zo konden de katholieken "te voorschijn komen" en reeds in 1803 werd de eerste stenen katholieke kerk van Wehe gebouwd, toegewijd aan St. Bonifatius, de verkondiger van het Evangelie in Noord-Nederland. Op dat tijdstip waren er al 300 katholieken. Boven de hoofdingang van de Cuypers-kerk is een herdenkingssteen ingemetseld, afkomstig uit die kerk van 1803.

In 1927 werd een nieuwe kerk gebouwd door J. en P. Cuypers, respectievelijk zoon en kleinzoon van J.P.M. Cuypers, de architect die de neogotiek in Nederland introduceerde en de bouwer van onder meer de katholieke kerk van Kloosterburen.

In tegenstelling tot de nabijgelegen Willibrordusparochie van Kloosterburen is de Hoornster parochie een diasporaparochie: bijna alle dorpen van de Marne vallen onder haar jurisdictie.

 
Copyright 2015. All rights reserved.
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu