Schepen in nood op Lauwerszee - Alles van het MARNEGEBIED

Zoeken
Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Schepen in nood op Lauwerszee

Rampen - Ongeluk

Een drama te Oostmahorn in 1658
Wel steeds is een schipbreuk een tragische gebeurtenis, doch zelden had er op de Friese kust een zoo dramatisch scheepsongeluk plaats, als bij Oostmahorn in 1658 geschiedde! De winter van dat jaar was buitengewoon streng en lang geweest. In mei bevroren de wijnstokken nog langs den Rijn en gras en ander gewas wilde bijna niet groeien. De strenge winter werd gevolgd door een even ongunstige zomer en midden in juli stak er een geweldige storm op, waardoor langs de gehele Hollandse kust tal van schepen vergingen. Aan den Friese wal op de Wadden gingen er alleen wel dertig schepen te gronde. In dit noodweer lag er op de Wadden voor de Lauwerszee een schip, geladen met boekweit en gerst. De eigenaar van deze lading was een brouwer uit Dokkum, die met zijn vrouw en kind ook zelf aan boord was. Het schip lag voor anker om zee te houden en hoewel het door de golven vreselijk heen en weer werd geslingerd, het anker hield en dus was er geen onmiddellijk gevaar.

De brouwer echter zag ieder ogenblik den dood voor ogen. Zou hij met vrouw en kind zo dicht nabij de kust in de kokende golven den dood moeten vinden? Hij smeekte den schipper om het anker in te halen en te trachten de kust te bereiken. Doch de schipper, wetende, dat hun enige kans op behoud dan zou worden prijsgegeven, weigerde. Toen werd de brouwer door waanzinnige wanhoop overmeesterd; hij greep een bijl en kapte, voordat de schipper het kon verhinderen, het ankertouw. Onmiddellijk werd het vaartuig door wind en golven opgenomen en landwaarts voortgejaagd en niet lang duurde het, of het schip stootte met vol geweld bij Oostmahorn op de palen. Het kraakte en barstte open en begon te zinken. In dezen hogen nood dacht de brouwer alleen aan vrouw en kind. Het gelukte hem de vrouw op het paalwerk te zetten, doch terwijl hij hiermede bezig was, stortte het kind in zee. Bij zijne poging om het nog te grijpen, brak een paal af en de brouwer verdween eveneens in de golven. De vrouw, aldus alles, wat zij lief had, voor hare ogen ziende verdwijnen, viel in onmacht, gleed van het paalwerk en werd eveneens een prooi der golven. Hoe het den schipper is vergaan, meldt de geschiedenis niet. Doch dat dit voorval toenmaals do gemoederen heftig schokte, wordt wel bewezen door het feit, dat het verhaal ervan tot op den huidige dag is blijven voortleven!

Landgenooten! Zoutkamp, 6 maart 1883
In den morgen van den 6de dezer zijn in een hevigen storm 3 schepen van de Zoutkamper visschersvloot in zee vergaan. Negen brave mannen hebben in de uitoefening van hun gevaarvol bedrijf—veeltijds een sober bestaan — den dood gevonden, nalatende 6 weduwen en 18, bijna allen nog onverzorgde kinderen. Niet alleen hebben vrouwen en kinderen hunne verzorgers verloren, maar ook bejaarde ouders zijn van den steun hunner kinderen beroofd. Vreeselijk is de toestand der nagelatene betrekkingen, beroofd van hunne echtgenooten, vaders en zonen, staat broodsgebrek hun voor de deur.
Ondergeteekenden doen daarom een dringend beroep op alle weldenkenden, met de bede iets voor deze ongelukkigen af te willen zonderen, teneinde hunne toekomst althans eenigszins te verzekeren. Gaarne zullen ondergeteekenden zich met de ontvangst van liefdegaven belasten en van iedere gift zal dankbaar melding gemaakt worden. Een ieder wekke zijn evenmensch tot offervaardigheid in deze op! Redactiën van dagbladen worden verzocht dit beroep op de algemeene liefdadigheid te ondersteunen en zich met de ontvangst van liefdegaven wel te willen belasten.
Jhr. E. DE WENDT ALBEBDA VAN EKENSTEIN, lid van het Collegie van Zeevisscherijen te Groningen.
L. H. DIJKHUIS, Burgem. te Ulrum.
Ds. POLMAN, Pred. bij de Chr. Ger. Gem. van Houwerzijl en Zoutkamp.
Ds. OMNEKES, Pred. der Herv. Gem. van Vierhuizen en Zoutkamp.
S. H. WOLDRINGH, lid van den Gemeenteraad te Zoutkamp.
J. A. RONDA, lid van den Gemeenteraad te Zoutkamp.
B. MOLANUS, Hoofd der School te Zoutkamp.
Zoutkamp, gem. Ulrum, 12 Maart 1883.

Angstige uren voor Zoutkamper garnalenvischers,  25 september 1935
Verwacht storm uit het Noordwesten, niet lang duurt het of 's zeemans meest gevreesde vijand, de Noordwesterstorm raast en tiert langs de Friesche en Groningse kust. Hoger worden de golven, grooter het schuimoppervlak, heftiger het kolken. Er is storm op zee...

De Zoutkamper garnalenvloot door storm overvallen, 25 september 1935

Plotseling opgekomen Noordwesterstorm heeft hedenmorgen, de garnalenvloot van Zoutkamp overvallen. Bij de bevolking heerst grote ongerust over het lot van verschillende schepen. Enkele boten zijn op den z.g. Zuidwal geslagen. Schipper de Vries is met zijn boot op den dijk van Vierhuizen terecht gekomen. Er lagen om twee uur een paar garnalenschepen onder Schiermonnikoog, welke niet in gevaar verkeerden. Wel meldde de uitkijk van Schiermonnikoog, dat hij om 10 uur voor het laatst een der Zoutkamper vissersscheepjes heeft gezien en daarna niet meer. Men vreest dat deze boot is weggeslagen vreest dat deze boot is weggeslagen. Uit Moddergat is een vissersvaartuig nabij Oostmahorn onder water gelopen. De bemanning is met een andere boot afgehaald en aan den dijk gebracht. Ook andere vaartuigen geraakten door de storm in nood. Verschillende visschersvaartuigen, op weg van Oostmahorn naar Zoutkamp, kregen averij. De postboot Brakzand heeft de bemanning gered van een motorvisschersvaartuig van Moddergat, dat op de Lauwerszee in moeilijkheden verkeerde. De visschers zijn te Ezumazijl aan land gebracht.

Hier volgt dan een gespannen wachten op nadere tijdingen. Welke gelukkig regelmatig binnen komen. En tevens vernemen we, dat Georg Brian bij Nieuwe Zijlen ligt. Zoo komt dus steeds meer vast te staan, dat de Zoutkamper visschersvloot het zware weer goed heeft doorstaan. Nog mankeerden er drie, n.l. Zwart, Frans en Janny Toxopeus, maar daarover maken we ons voorloopig geen zorgen, verzekert de heer Visser. En zie, nauweljjks heeft hij het gezegd, of van den dijk komt het bericht, dat Zwart is voorbij gekomen op weg naar Zoutkamp. De goede tijdingen volgen elkaar dan snel op, want uit Zoutkamp wordt gemeld, dat een van de twee op het droge liggende scheepjes, n.l. Gerrit Frik, in Zoutkamp is aangekomen, terwijl Piet Visser met zijn boot, aan boord waarvan een vlet met lange lijnen, naar de andere waarop zich Jan Benes met zijn zoon bevinden, onderweg is om die af te sleepen. Het gerucht, dat deze boot onder zou zijn gegaan, wordt door den havendienst, die het tweetal nauwkeurig in de gaten heeft gehouden, ten stelligste ontkend.

Jan Benes komt op eigen kracht binnen, 26 september 1935
Zooals reeds gezegd, is Jan Benes op eigen kracht van den Zuidwal, waarop hij was vastgeloopen, binnengekomen. Piet Visser is er heen geweest en kon loopende het scheepje bereiken. Het bleek toen, dat er aan het roer iets haperde. Benes en zijn zoon wilden echter niet van het schip af, waarom men het roer zoo goed als dat ging, repareerde. Benes is daarna bij opzettend water naar huis gevaren. Gisteravond zijn er personen geweest, die er op aandrongen de reddingsboot daarheen te zenden, doch, zoo werd ons verzekerd, dat was niet noodig, want Benes gaf geen noodsignalen en men kon hem met een kijker goed waarnemen.
Bovendien zou er, indien hij in nood was geweest, wel een motorboot zijn geweest, krachtig genoeg om er heen te gaan en hulp te bieden.

Een overzicht van den stormdag van gisteren
Het blijkt, dat de geheele Zoutkamper garnalenvloot behouden is gebleven. Gisteravond nog is bericht binnengekomen van Janny Toxopeus, dat hij veilig op Ameland is aangekomen en ook Jan de Vries is behouden. Over hem maakte men zich het ergst ongerust en men kan zich de blijdschap voorstellen, toen het bericht binnenkwam, dat hij met zijn bootje het grootere schip van de familie de Vries had weten te bereiken en hedenmorgen kwam hij de haven binnen, zoodat aan alle onzekerheid een einde was gekomen. Zoutkamp ïs dus weer volkomen gerustgesteld, maar dat neemt niet weg, dat men er bange uren heeft doorgebracht. Uit tot oordcelen bevoegde kringen vernamen we nog, dat er een harde storm gewoed heeft met orkaanvlagen van 10—12 kracht. Ook heden waait een krachtige wind, met kracht 7, stormachtig en De Bilt seinde dan ook: Weest op uw hoede! En wederom ging de stormbal uit. Er staat een koude harde wind, welke het verblijf aan de haven niet prettig doet zijn. De visschers zoeken dan ook beschutting op de dijktrapjes, waar zij het gebeurde van gisteren nog eens bepraten. Het was verdacht stil, vertelt men ons, vooral met het oog op den lagen barometerstand. De visschers, bij wie dat tijdig kon gebeuren, zijn dan ook nog gewaarschuwd, met het gevolg, dat de meesten niet verder zijn gegaan dan Oostmahorn. Normaal gaan ze meer om de West naar Pinkeduinen, Ameland en op het Oost-Groninger Wad. De trawler „Albatros" van schipper J. Buitjes wilde ook nog uit, maar bleef toch, dank zij de waarschuwing, in de buurt en kon, toen de bui opkwam, tijdig binnenkomen. Hij had echter nog maar een streekje van een uur gedaan.

Behouden te Zoutkamp binnengevallen, 10 september 1936
Het motorvisscherschip ZK 86, van schipper Oostindien, dat tijdens den storm van maandag op dinsdag, op het wad was geweest, liep gisteren weer de haven te Zoutkamp binnen. Het schip was voor zijn ankers weggeslagen en had een tijdje rondgedreven. Het gelukte de opvarenden om met behulp van een noodanker het schip van den wal af te houden. Het vaartuig heeft nog schade aan het roer gekregen.

 
Copyright 2015. All rights reserved.
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu